De ontmoetingen met deze kunstenaars maakten een onuitwisbare indruk op de jonge Van Loenen die zich, eerdergenoemde kunstenaars tot voorbeeld stellend, verder bekwaamde. De lessen van de tekenleraren Van Neerijnen (Mulo-Pasteurstraat) en Dral aan de toenmalige kweekschool in Den Helder en de contacten met Rudi van de Wint, hebben de toewijding aan de beeldende kunst alleen maar vergroot. Tijdens zijn militaire dienst boekte Van Loenen zijn eerste grote succes: twee landelijke eerste prijzen voor schilderen en tekenen.
Terug in de burgermaatschappij werd Cor van Loenen in de zomer van 1969 tot onderwijzer benoemd in Beilen, maar zolang zou hij hier niet blijven. Hoewel door zijn leerlingen op handen gedragen, oefende het kunstenaarschap een steeds grotere aantrekkingskracht op hem uit. Aangemoedigd door de opleiding tekenen/ schilderen L.O., hakte Van Loenen de knoop door en besloot zich verder te bekwamen aan de Minerva Academie in Groningen. Van de vele docenten toentertijd hebben in het bijzonder Leo Schatz, Barend Blankert, Jentsje Popma en Evert Musch zijn verdere artistieke vorming sterk bepaald.